Archief | april, 2010

Gedurfde verfilming belandt in Cannes

26 apr

Gust

Piepjong zijn en met je afstudeerproject geselecteerd worden voor het filmfestival van Cannes. Het zal je maar overkomen. Gust Van den Berghe (24) studeerde vorig jaar af aan het RITS en maakt met zijn film ‘Little Baby Jesus of Flandr’ op 14 mei kans op de begeerde Caméra d´Or. Alleen een regisseur met ballen durft het aan om een verhaal van Felix Timmermans te verfilmen met een onervaren en zeker niet alledaagse crew. Binnenkort langs de Croisette, maar nu nog even in hartje Schaarbeek. “Film is eigenlijk de studie van het leven. Ik werd erop verliefd en het geeft me enorm veel energie.”

Lore: Waarom je inspiratie voor de film halen bij het oer-Vlaams toneelstuk  ´En waar de Sterre bleef Stille Staan´ van Felix Timmermans ?

Gust: Heb jij dat stuk al gezien ?

Lore: Natuurlijk !

Gust: (lacht) Wel ja, daarom dus. Iedereen kent het. Ik heb het zelf ook gezien als kind en het leek me een heel toffe uitdaging om iets te nemen dat zo gekend is. Het is haast niet verfilmbaar, daar waren heel wat mensen het over eens. Een project gedoemd om te mislukken, een prachtige uitdaging! Het gaat over de schoonheid van het leven, over alles wat tussen goed en kwaad zit, en hoe mooi elke mens kan zijn. Typisch Vlaams, maar toch ook universeel. Ik heb het zeker niet gedaan omdat ik een fan ben van Felix Timmermans. Ik vind het stuk niet goed geschreven, maar er zit zo´n liefde voor de mens in dat het wel een goede film moést opleveren.

Lore: Waarom koos je voor een zwart-wit verfilming ? Is het risico op een ouderwetse indruk niet te groot ? Of was het net een bewuste keuze omdat het verhaal dateert van 1924 ?

Gust: Nee, helemaal niet. Er zit nog steeds een enorme moderniteit in het werk en het zwart-witte duidt op het moderne karakter van de film. Het creëert tegelijk ook een nieuwe wereld die heel veilig en anders is dan die van ons. De dingen zijn ofwel zwart ofwel wit en dat past ook bij de inhoud van het verhaal.

Lore: De acteurs zijn, op twee personen na, mensen met een verstandelijke handicap. Vanwaar dat idee ?

Gust: Het idee komt uit het verhaal. Het ademt een enorme puurheid uit en is heel oprecht en onschuldig. De karakters zijn erg ontwapenend en daarom vond ik dat het enkel door deze acteurs gespeeld kon worden. Moesten jij en ik erin acteren zou het direct iets pretentieus krijgen.

Lore: Hoe ben je bij hen terecht gekomen ?

Gust: Ik heb in Turnhout, waar een groot deel gefilmd is, een paar instellingen bezocht. Daar heb ik vooral gekeken hoe de mensen reageerden op bijvoorbeeld kerstfeestjes. Nadien ben ik in dezelfde stad ook terecht gekomen bij Theater Stap, dat eigenlijk een dagcentrum voor mentaal gehandicapten koppelt aan theater spelen. We hebben dan een auditie georganiseerd en van daaruit een film gedraaid. Het was voor hun soms wel verwarrend, maar ze hebben zich goed geamuseerd en was het een heel aangename ervaring. De eerste repetities heb ik meer dan eens gevloekt. Het was veel zwaarder dan ik verwacht had. Ook kreeg ik flink wat negatieve reacties. Sommige mensen dachten dat ik een ´freakshow´ voor ogen had, dat ik lachte met mentaal gehandicapten. Volledig onterecht natuurlijk! Het gaat in mijn film helemaal niet over gehandicapt zijn, ik wil het er zelfs niet over hebben. Mijn doel was mijn acteurs ‘gewone’ rollen te laten vertolken in plaats van ´de gehandicapte´ te spelen.

Lore: Had je verwacht om geselecteerd te worden voor de Caméra d’Or, de prijs die het beste debuut bekroont ?

Gust: Neen, absoluut niet. We hebben het ingestuurd en dan wacht je natuurlijk vol spanning op antwoord. Maar ik was meer met de feedback bezig dan met het festival. Het filmfestival van Cannes is het grootste podium waarop ik kon hopen. Ik ga er in de eerste plaats naartoe om een film te tonen. Aanwezig mogen zijn is voor mij al een prachtige prijs.

Lore: Waarom ben je regisseur geworden ?

Gust: Een grote droom is dat eigenlijk nooit geweest. Ik ben naar het RITS gegaan omdat ik op dat moment heel erg bezig was met theater en muziek. Maar dat waren twee dingen die ik niet gecombineerd zag. Ik ging ervan uit dat je het beroep van acteur of regisseur niet leert, maar je dat al bent. Ik besloot me in te schrijven voor de opleiding Audiovisuele en dacht dat ik er de beide dingen wel zou kunnen beoefenen. Die keuze heb ik me de eerste zes maanden enorm beklaagd. Het was pas toen ik in contact kwam met het aspect film, ik er finaal verliefd op werd. Vanuit die liefde kreeg ik plots heel veel energie en kwam ik tot het besef dat het eigenlijk de studie van het leven is. Ik weet niet of ik al regisseur ben. Dat is een proces dat je voor jezelf moet afleggen. Je moet zelf op zoek gaan naar je artistieke identiteit.

Lore: Als we vooruit blikken naar de toekomst, zijn er dan nog plannen voor verdere filmprojecten ?

Gust: Wel, ik ben nu bezig met schrijven. Het wordt een drieluik en de volgende film is voor mij het tweede deel. Thematisch gezien wil ik wel verder gaan op ‘Little Baby Jesus of Flandr’. Het is de bedoeling om de thema´s door te trekken, maar het lijkt me een slecht idee om hetzelfde concept nog eens te gebruiken. Ik zou het wel heel graag doen, want ik zie de acteurs allemaal graag. Maar de uitdaging zou dan veel kleiner zijn terwijl ik mijn limiet absoluut wil opzoeken.